Dit maal bestond het programma voor de pauze uit werken van Sibelius en Debussy. Van de Finse componist Sibelius (1865-1957) was de keus gevallen op de muziek die hij schreef bij het drama Pelleas et Melisande van de Belgische schrijver Maurice Meaterlinck. Wat mij opviel bij de uitvoering van dit 6-delige werk was de bijzondere mooie klank van de strijkers en de houtblazers en een fraaie Engelse hoorn solo. Vergeleken met andere stukken die wij van Sibelius kennen, zoals Finlandia of zijn vioolconcert, steekt dit werk nogal wat bleek af.
Met de Petite Suite van Claude Debussy (1862-1918) in de orkestratie van Büsser werd het meteen een stuk levendiger. Dit jeugdwerk, dat oorspronkelijk voor piano quatre-mains werd geschreven, kreeg een mooi klinkende, boeiende uitvoering.
En dan na de pauze één groot werk, het vioolconcert van Johannes Brahms (1833-1897) met als soliste Lisanne Soeterbroek (1984). Het concert dat Brahms rond 1878 voor zijn vriend, de violist -componist Joseph Joachim schreef, behoort nog steeds tot de meest veeleisende werken voor dit instrument geschreven. Lisanne Soeterbroek speelde het concert met grote zekerheid, muzikale overtuigingskracht en mooi van toon. Ze gaf een prachtig staaltje van haar violistisch kunnen. Het orkest begeleide bijzonder fraai en de beroemde hobo solo uit het tweede deel klonk erg mooi. Langdurig applaus voor de soliste, orkest en dirigent Nicholas Devons die weer voortreffelijk werk afleverende. Veel bloemen en een afscheidstoespraakje van de dirigent voor wie dit zijn laatste concert was bij het Zeister Philharmonisch Orkest.
Het orkest kan terugkijken op een zeer geslaagd concert.
Jan Wittenberg